Peter van Leeuwen over realisatiecontracten Tweede Kamer
De bouw in het Tweede Kamercomplex is officieel in uitvoering. Met het ondertekenen van de realisatiecontracten tussen de aannemers en het Rijksvastgoedbedrijf is een nieuwe mijlpaal in de renovatie van het Binnenhof bereikt.
Programmadirecteur Binnenhofrenovatie Peter van Leeuwen speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van de ‘kosten-pluscontracten’. Wat zijn de voordelen van ‘kosten-plus’? En waarom is het de beste manier om een complex project als de Binnenhofrenovatie aan de gang te krijgen? “Samenwerking begint bij vertrouwen.”

Peter van Leeuwen zit er bovenop. Vanuit zijn werkkamer aan de Korte Vijverberg kijkt hij aan de linkerkant uit op de Grenadierspoort en aan de rechterkant op de Hofvijver. Gepokt en gemazeld in de aannemerswereld verruilde hij anderhalf jaar geleden zijn werk bij de Koninklijke BAM Groep voor het Rijksvastgoedbedrijf. Tegelijkertijd bracht hij de ‘niet lullen maar poetsen’-mentaliteit mee naar Den Haag.
Wat is er nu precies ondertekend?
“De overeenkomst tussen het Rijksvastgoedbedrijf en de aannemer voor de renovatie van een groot deel van het Tweede Kamercomplex. We hebben het dan over zo’n 75% van het vloeroppervlak.”
“Om precies te zijn gaat het om gebouw N, dat is de nieuwbouw van Pi de Bruijn uit 1992, gebouw A met de oude zaal van de Tweede Kamer, en het voormalige ministerie van Justitie; wat we nu ‘gebouw J’ noemen. Plus de algemene bouwplaatskosten, dat is een apart contract.”
En die andere 25% van het Tweede Kamercomplex?
“Het contract voor gebouw C is vorig jaar al ondertekend, dat was een soort pilot om ervaring op te doen voor de rest van het Binnenhof. De contracten voor de gebouwen K, H en B volgen binnenkort. En dan is er natuurlijk nog de nieuwe publieksentree van de Tweede Kamer. Die volgt in 2026.”

Wat is eigenlijk ‘kosten-plus’?
“De kern van kosten-plus is dat je samen op zoek gaat naar mogelijkheden om het project sneller, slimmer en efficiënter uit te voeren. Daarbij ga je uit van een bepaald bedrag: de richtprijs. Samen ga je proberen onder die richtprijs uit te komen. Als dat lukt nemen de verdiensten van de bouwer toe en worden voor ons als opdrachtgever de kosten lager. Het is een win-win.”
Wat is het verschil met een traditionele aanbesteding?
“In het traditionele aanbestedingsmodel is iedereen aan zijn kant van de tafel belangen aan het verdedigen. Je hebt dan een vast bedrag gebaseerd op de omschrijvingen van alle werkzaamheden, het bestek. Maar wat een bouwer dan doet, is alle verschillen zoeken. Die zegt dan: hé, dat staat niet in het bestek, kan ik even extra vangen? Dat leidt bij heel veel projecten tot ruzies en rechtszaken over meer- en minderwerk. Heel contraproductief.”
Maar wat is die ‘plus’ in kosten-plus?
“De plus is een vergoeding voor de algemene kosten en winst voor de aannemer. Dus we betalen gewoon wat het werkelijk kost plus een vaste vergoeding. Je energie gaat daardoor niet naar contractueel onderhandelen, maar naar het samen efficiënt maken van het bouwproces.”
Wat maakt kosten-plus zo geschikt voor het Binnenhof?
“Het hele Binnenhofcomplex telt 4000 ruimtes. Elke ruimte is weer anders. Uit een andere tijd, in een andere staat, monumentaal en niet monumentaal. Door deze complexiteit is het vooraf allemaal niet goed te calculeren. Bovendien heb je door de onbekende staat van de gebouwen te maken met veel risico’s die ook vooraf moeilijk zijn in te schatten. Daardoor kreeg je afgelopen jaren die rare kostenontwikkeling; van 500 miljoen naar twee miljard. Niemand wist in het begin hoeveel het zou gaan kosten.”
“Hierdoor kan de situatie ontstaan dat de aannemer de bouwkosten veel te hoog inschat. Dan betaal je als opdrachtgever veel te veel. Het kan ook andersom. Dit willen we voorkomen. We willen betalen wat het kost, maar niet te veel en niet te weinig. Ook willen we de focus hebben op het samen zoeken naar de meest kostenefficiënte uitvoering.”

Is er dan nog een rol voor het bestek?
“Het bestek heeft dezelfde rol als normaal. Daarin staat omschreven wat je gaat doen. Alleen heeft een aannemer daar in een traditionele overeenkomst een prijs aan gehangen. Een prijs waarin alle risico's en onzekerheden zijn opgenomen. En in het Binnenhof zitten dus veel onzekerheden. Plus dat de aannemer werkzaamheden die niet in het bestek staan gewoon niet gaat doen. Behalve tegen meerkosten.”
“Ik kom uit de aannemerswereld. Een bouwer verdient 2 à 3% van de bouwsom. Als dat mis gaat zit je snel in de rode cijfers. Je wil een nette opdrachtgever zijn, maar niet te veel betalen. We hebben nu een gezamenlijk doel met de aannemer. Risico’s die niet optreden hoeven we ook niet te betalen.”
Wat kan er allemaal efficiënter?
“Het Binnenhof huisvest vier gebruikers gehuisvest. Eén ervan is de Tweede kamer. We zitten bij de Tweede Kamer met acht gebouwdelen waar vijf verschillende architecten aan ontwerpen. Dat hebben we verdeeld in vier bouwstromen. Een bouwstroom is een combinatie van twee gebouwen. Daar zit dan één team op, met werkvoorbereiders en uitvoerders. En die kijken samen met de architecten en bouwers welke efficiency-maatregelen we kunnen treffen.”
“We hebben bij het Rijksvastgoedbedrijf mensen binnengehaald met veel ervaring in de uitvoerende bouwwereld. Die kunnen de bouwers challengen. Dan gaat het over verschillende facetten. Over wat je inkoopt. Over hoe je het uitvoert. Het gaat over planning. En soms ook over keuzes van materialen.”
Zit er een limiet aan de totale kosten?
“Het eerlijke antwoord is nee. Maar we hebben wel heel goed gekeken naar wat we denken dat het kost. En daar zit veel expertise achter zit. We gaan uit van een richtprijs. Die is gecontroleerd door onafhankelijke kostendeskundigen. We hebben afgesproken dat we gezamenlijk streven naar tien procent besparing.”
Het is net als thuis: als je elkaar niet vertrouwt wordt het niet gezellig
Hoe geeft de aannemer openheid over de kosten?
“Transparantie is een belangrijk onderdeel van kosten-plus. De aannemer geeft elk kwartaal een overzicht van de gemaakte kosten en een prognose van het eindbedrag. We krijgen ook overzichten van alle inkopen. Die gegevens worden regelmatig gecontroleerd. Ieder jaar vindt er ook een accountantscontrole plaats.”
“Veel bouwprojecten eindigen in een juridisch drama. Je vertrouwt elkaar niet en gaat elkaar dan vliegen afvangen. Het is net als thuis: als je elkaar niet vertrouwt wordt het niet gezellig. Op het Binnenhof zijn we al jaren samen bezig. Met onderzoek, met het maken van de plannen, met de eerste werkzaamheden. Het is een zeer complex bouwproject. We hebben elkaar nodig. Ik ken de bouwwereld, alles staat of valt bij goede samenwerking. En samenwerken begint bij vertrouwen.”
