Nieuwe publieksentree Tweede Kamer is tegelijkertijd verwelkomend en veilig
De meest zichtbare verandering van de Binnenhofrenovatie is straks te vinden op de Hofplaats, waar de nieuwe publieksentree komt. Het paviljoen hiervoor is ontworpen door Pi de Bruijn / de Architekten Cie.

“Het is een spanningsveld: aan de ene kant wil je een verwelkomend gebaar maken en aan de andere kant moet er ruimte zijn voor een veilige toegang tot het Kamergebouw”, vertelt architect Pi de Bruijn van de Architekten Cie. “In en rond het Binnenhof hebben we een aantal mogelijke locaties bestudeerd en daaruit kwam de locatie op de Hofplaats naar voren als de beste oplossing.”
Voorheen bezochten jaarlijks zo’n 60.000 scholieren het parlement. Met de in 2013 aangenomen motie Heijen is door de Tweede Kamer de wens uitgesproken om de meeste scholieren de kans te bieden de Kamer te bezoeken. Het gaat dan om tot wel 200.000 scholieren per jaar. De oude publieksentree aan de Lange Poten bood daar onvoldoende ruimte voor.

Het veiligheidsregime rond het Binnenhof is in de tijd ook aangescherpt. Sinds de moord op Pim Fortuijn op het Mediapark in Hilversum en de bestorming van het Capitool in Washington DC kijken we daar toch anders tegenaan, legt Pi de Bruijn uit. Bij de renovatie van het Binnenhof wilde het Rijksvastgoedbedrijf daarom dat bij de publieksentree de faciliteiten die nodig zijn voor een veilige toegang buíten het gebouw zouden komen te liggen.
Het gaat om zo’n 1.000 vierkante meter die daarvoor toegevoegd moest worden. “Door die ónder de Hofplaats te leggen, ervaar je die vanaf straatniveau niet”, vertelt Pi. “Op de Hofplaats hebben we een paviljoen ontworpen met een brede trap die naar beneden leidt.”
Het was passen en meten om het paviljoen en de ondergrondse ruimte op de Hofplaats hun plek te geven, vertelt Pi. Rond het paviljoen moeten bijvoorbeeld hulpdiensten kunnen rijden. Onder de grond liggen kabels en leidingen, de funderingen van de bestaande gebouwen en de wortels van de monumentale kastanjebomen aan het Spui. “Het past uiteindelijk precies.”
"We wilden burgers laten voelen dat het hún gebouw is"
In een eerdere versie van het ontwerp voor de publieksentree leidde een nog veel bredere tribunetrap naar beneden. Verwelkomender kon niet. Alle partijen konden zich daarin vinden, maar de gemeente Den Haag hield het uiteindelijk uit veiligheidsoverwegingen tegen. Wanneer er een oploop zou ontstaan óp de trap, en de politie daarop zou moeten ingrijpen, zouden daar ongelukken kunnen gebeuren. Daarop is het ontwerp aangepast en is er overdekte trap naar beneden ontworpen.
Het paviljoen dat de entree vormt omschrijft Pi als een ‘centraalbouw’; een glazen cilinder onder een overhangend dak met aan één zijde een verwelkomende indeuking. Met zijn ontwerpteam heeft hij gezocht naar een vorm die niet aan een kiosk zou doen denken maar ook niet aan de ingang van een metrohalte. “Het is uiteindelijk een prettige vrije vorm geworden met een open karakter”, zo omschrijft Pi het. “We wilden burgers laten voelen dat het hún gebouw is.”
Op de onderzijde van het paviljoendak is straks een ‘rimpeling’ te zien. Het is een verbeelding van het idee dat iedere burger een verschil kan maken in de politiek. “We hebben dit erin gebracht in antwoord op de vraag vanuit de Tweede Kamer naar een verhaal bij de publiekentree”, vertelt Pi. “Daarop hebben we gekeken naar een verhaal dat bij deze plek en de functie van dit gebouwdeel past.”

De rimpeling op de onderzijde van het paviljoendak is uitgewerkt als een gekromde, getrapte vorm, als een soort omgekeerde hoogtelijnen, met ook kunstlicht tussen de lijnen. Ter ondersteuning van het rimpeleffect zal de roestvrijstalen beplating zelf ook een beetje ‘bubbelig’ zijn, vertelt Pi.
Het paviljoendak wordt aan de bovenzijde uitgevoerd als groendak. Het wordt een kruidentuin. Het dak zelf wordt gedragen door zes kolommen. Rond het paviljoen komen groenvakken en bankjes, naar ontwerp van Karres en Brands.
Dan de spiralende trap naar beneden. Zo’n trap is aan de buitenzijde luier, en aan de binnenzijde steiler. Uit oogpunt van toegankelijkheid heeft het ontwerpteam gestudeerd op mogelijkheden om dit effect te verminderen. De gevonden oplossing is om de bordessen tussen de trapdelen aan de binnenzijde extra te verkorten, zodat de trap aan de binnenzijde toch ook iets luier kan zijn. Het geeft aan hoe doorwrocht het ontwerp is.

Bij het ontwerp van de onder de grond gelegen ruimte met toegangsfaciliteiten was het de uitdaging om ook dat een prettige plek te maken, licht Pi toe. Dat begint met het inbrengen van veel daglicht, dat diep de ruimte in weerkaatst wordt door een lichte vloer, en de toepassing van veel hout op de wanden, en overal ronde hoeken. “De lichte natuurstenen vloer is een variant op wat er binnen in de Statenpassage van de Tweede Kamer ligt. Het hout is familie van het perenhout dat in de plenaire zaal is toegepast.”
Bij de graafwerkzaamheden voor de publieksentree zijn resten gevonden van een oude poort die hier stond; de Spuipoort. Er wordt nu gekeken of die resten een plek kunnen krijgen in de entree. “Precies op de plek waar we het ook gevonden hebben”, vertelt Pi.
"Een levendige plek, met een paviljoen als ‘juweel’ daarop"
Vanaf de publieksentree lopen straks twee routes het Binnenhof in. De ene route leidt naar de Statenpassage, waaraan de kleinere commissiezalen liggen voor debatten en andere Kameractiviteiten. De andere route, die de scholieren zullen volgen, leidt naar de publiekstribune van de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Dat de nieuwe publieksentree juist op de Hofplaats komt, pal naast de plenaire zaal van de Tweede Kamer, heeft uiteindelijk ook daarmee te maken; zo is de route tot de publiekstribune kort.
“De Hofplaats had de reputatie een wat saai plein te zijn”, vertelt Pi. “Met deze publieksentree wordt het een levendige plek, met een paviljoen als ‘juweel’ daarop. En met het groenontwerp van Karres en Brands, met meer groen dan er nu op het plein aanwezig is, wordt het ook een plek waar het prettig is om te verblijven.”


Dit is de eerste van een serie artikelen over het Binnenhof in samenwerking met Architectenweb.
Tekst: Michiel van Raaij / Architectenweb
Publicatiedatum: 26 juni 2025