Oude Zaal wordt ook grootste commissiezaal
De Oude Zaal, tot 1992 in gebruik als plenaire zaal voor de Tweede Kamer, wordt deels teruggebracht zoals hij was. Tegelijkertijd wordt de zaal ook ingericht als grootste commissiezaal voor de Tweede Kamer. Janneke Bierman over de renovatie van gebouw A van de Tweede Kamer.
Dit is het zevende artikel uit een serie over de Binnenhofrenovatie in samenwerking met Architectenweb.

Op de vergadertafel staat een 3D-print van de Oude Zaal van meer dan een meter lang. Als ze één van de wanden wegneemt, wordt de inrichting van de zaal zichtbaar. Kleine 3D-prints verbeelden het modulaire meubelsysteem dat ze met haar team voor de zaal heeft ontworpen. Zo kunnen snel inrichtingsvarianten getoetst en besproken worden.

De Tweede Kamer wil de Oude Zaal niet alleen voor allerhande (feestelijke) bijeenkomsten kunnen gebruiken, zoals afgelopen decennia al gebeurde, maar ook beter kunnen gebruiken als hun grootste en mooiste commissiezaal. Voor architect Janneke Bierman en haar team bij BiermanHenket is vooral dat gebruik als commissiezaal een uitdaging. Omdat in het souterrain beperkt ruimte is om meubels op te bergen, moet met een gelimiteerde set meubels verschillende opstellingen gemaakt kunnen worden.
Bij een commissievergadering zitten de Kamerleden en genodigden normaal gesproken in een O of een U. Die standaard opstellingen zullen met het modulaire meubelsysteem sowieso gefaciliteerd worden. Maar in de 3D-geprinte zaal op de vergadertafel is ook een andere opstelling te zien waarop BiermanHenket studeert. In plaats van een O of U is het ook mogelijk om vrijstaande clusters van tafels tegenover elkaar te maken waarbij de achterste clusters dan op een kleine verhoging staan. Het is een veel ruimtelijker opstelling, waarvan je in de maquette kunt zien dat hij in de Oude Zaal goed zou kunnen werken.

“De uitdaging is dat het enerzijds een voorname zaal moet zijn, het is immers de mooiste commissiezaal die de Tweede Kamer heeft, maar dat anderzijds de meubels ook eenvoudig uit elkaar te halen moeten zijn, zodat de zaal anders te gebruiken is”, legt Janneke uit. “Daarbij luistert de inrichting van zo’n commissiezaal ongelofelijk nauw: waar mensen staan, hoe ver ze van elkaar af zitten, hoe zichtlijnen lopen, dat iedereen goed uitgelicht is, dat het goed gestreamd kan worden…” Op de achtergrond speelt daarbij de uitdaging dat de meubels voeding moeten krijgen, maar dat je het aantal vloerdozen het liefst beperkt houdt.
Een deel van de Oude Zaal zal op een elegante manier af te bakenen zijn, zodat bij commissievergaderingen ook journalisten en publiek aanwezig kunnen zijn.




Terug naar het beeld van 1797
De Oude Zaal is in 1777 gebouwd als balzaal voor Willem V van Oranje-Nassau, de laatste stadhouder. Bij de revolutie in 1796 werd de ruimte getransformeerd tot plenaire zaal van de voorloper van de Tweede Kamer: de Nationale Vergadering. De Tweede Kamer heeft de zaal gebruikt van 1815 tot 1992, het jaar dat de Kamer naar de nieuwe plenaire zaal naar ontwerp van Pi de Bruijn verhuisde.

Interessant is dat bij de transformatie van balzaal naar plenaire zaal er eerst een tribune in de vorm van een brede U gemaakt is, maar dat dit later toch een 'lagerhuisopstelling' werd om in het hart van de zaal meer ruimte te kunnen maken om te spreken, voor de ministers en de griffies. Het was direct na de transformatie tot plenaire zaal al passen en meten.
Door de eeuwen heen is de Oude Zaal steeds een beetje aangepast. Zo was de zaal oorspronkelijk ontworpen met alleen een ronde opening in het midden van de zaal, maar zijn daar later nog twaalf daklichten aan toegevoegd. Ook waren de wanden van de zaal oorspronkelijk kalkwit geschilderd, maar zijn ze na het vertrek van de Tweede Kamer in de jaren ‘90 naar ontwerp van architect Pi de Bruijn gemarmerd. Ook is de zaal toen voorzien van moderne kroonluchters en een veelkleurig tapijt naar ontwerp van kunstenaar Jan van den Dobbelsteen.


Het ontwerp van Pi voor de zaal begrijpt Janneke wel. “Na bijna twee eeuwen als plenaire zaal gebruikt te zijn, moest het in de jaren ‘90 iets heel anders worden, dus heeft hij er ook iets heel anders van gemaakt. Hij heeft er eigenlijk een heel eigentijdse zaal van gemaakt met expressieve kunstwerken in de vorm van het tapijt en de lichtarmaturen. Alleen… een historisch beeld is het niet.”
“De Tweede Kamer heeft ons gevraagd om de zaal in oude stijl te herstellen”, geeft Janneke aan. “Dat kun je alleen niet letterlijk doen, want de zaal heeft nu een andere functie. Daarom hebben we het opgevat als dat we ons moesten laten inspireren door de geschiedenis.”
Met behulp van het kleuronderzoek, uitgevoerd door Josefien Tegelaar, kon BiermanHenket alle gedaantes die de zaal over de eeuwen heeft gehad reconstrueren en voor het Rijksvastgoedbedrijf en de Tweede Kamer op een rij zetten. “Gezamenlijk is besloten om terug te gaan naar 1797, iets na het moment dat de balzaal getransformeerd was naar plenaire zaal. De wanden en het plafond waren toen nog kalkwit geschilderd en op de deuren verscheen toen een houtimitatie.” Dat laatste past ook wel weer bij de huidige tijd, waarin hout weer veel zichtbaar wordt toegepast.
De zaal weer laten stralen
Hoewel de Oude Zaal in hoofdvorm symmetrisch is, zijn de zijwanden heel verschillend uitgewerkt. Zo heeft het zuiden van de zaal dubbele ramen richting het hof daar, maar heeft het noorden van de zaal onder een aantal dubbele deuren met 'blindnissen' ertussen, en erboven een achttal loggia’s.
Omdat achter de loggia’s een gang loopt die de verschillende ruimtes daar met elkaar verbindt, is het handig om die loggia’s af te kunnen sluiten. In de jaren ‘90 zijn er gemarmerde deuren in geplaatst, waardoor de loggia’s ook een soort blindnissen werden. Bij de renovatie worden in de loggia’s nu weer de gordijnen teruggebracht die daar voorheen hingen. Daar achter komen nu ook weer deuren, maar die worden verder naar achteren geplaatst. “Zo krijgt de ruimte bij die balkons weer zijn oude diepte terug”, legt Janneke uit.

Om de akoestiek in de ruimte te verbeteren wordt in de zaal akoestisch materiaal aangebracht. De terugkeer van de gordijnen in de loggia’s helpt daar ook in mee. Op de vloer komt ‘Kamer’-breed tapijt terug met luiken voor stroom en data. BiermanHenket moet de precieze kleurstelling van de stoffering van de zaal nog uitwerken, maar denkt daarvoor momenteel aan een combinatie van groen- en blauwtinten. De basiskleur van het meubilair wordt groen.
In de renovatie verdwijnen de kroonluchters uit de jaren ‘90. In plaats daarvan wordt er aan de basis van het plafond, bovenop de rondlopende architraaf daar, uitgebreide verlichting geïnstalleerd. De verlichting is ontworpen door Frans van Hooijdonk en zal allerlei verlichtingsscenario’s mogelijk maken: van feest tot het uitlichten van een enkele spreker.
“De grote armaturen die er tot voor kort hingen, leverden niet zo’n goed licht op”, stelt Janneke. Het nieuwe lichtontwerp zal de zaal volgens haar weer doen stralen. Dat de zaal wit is zorgt daarbij voor een goede basis, omdat het licht zo altijd op een neutrale manier gereflecteerd wordt.
In de blindnissen komen sokkels waarop beelden uit de collectie van de Tweede Kamer geplaatst zullen worden. De verwarming en koeling van de zaal gaat voornamelijk via de vensterbanken.
“Bij de renovatie van de Oude Zaal hebben we BIM ten volle gebruikt”, vertelt Janneke. “Met alle adviseurs hebben we in een gezamenlijk model gewerkt. En dat was ook wel nodig om alle techniek goed in te kunnen passen.” Mede daardoor kon BiermanHenket ook Virtual Reality inzetten. “Dat hebben we ook veel gebruikt, om proefopstellingen in de zaal te kunnen beoordelen, maar bijvoorbeeld ook om bij de installaties in de kap te kunnen toetsen of een monteur later overal nog wel bij kan.”
Benadering vanuit de Schepelhal en het Opperhof
Bij de nieuwbouw die Pi de Bruijn in de jaren ‘90 voor de Tweede Kamer heeft ontworpen, ontstond de hoge en brede Statenpassage. Aan de buitenzijde is er richting de Oude Zaal nog een tweede passage die een stuk smaller is: de Schepelhal, genoemd naar de gracht die hier ooit liep.
“Het gebied tussen de Schepelhal en de Oude Zaal was voorheen kantoorruimte. Het publiek kwam er daarom eigenlijk niet”, omschrijft Janneke. “Met deze renovatie wordt dat anders: straks komt het publiek vanuit de nieuwe publieksentree op de Hofplaats uit in de Schepelhal om van daaruit met een brede trap uit te komen bij de Oude Zaal.”
Aan de kop van de Schepelhal miste het bouwdeel dat nu de entree naar de Oude Zaal wordt een gevel. Die was in de jaren ‘90 weggehaald om een roltrap te plaatsen naar de eerste verdieping. De route verder het gebouw in was volgens Janneke ook niet duidelijk. De ontsluiting van het bouwdeel aan deze zijde moest verbeterd worden.


“Als je vanuit de Schepelhal het bouwdeel rond de Oude Zaal betreedt, ga je eigenlijk van ‘buiten’ naar ‘binnen’. Daarom brengen we hier weer een bakstenen gevel terug. Vervolgens hebben we ‘buiten’ een brede stenen trap ontworpen die ‘binnen’ een vervolg heeft in de vorm van houten trappen.”
“De stenen trap wordt uitgevoerd als terrazzo, om zo aan te kunnen sluiten bij het natuursteen dat Pi gebruikt heeft, zonder nieuw natuursteen te hoeven gebruiken. De houten trappen hebben we ontworpen als ‘familie’ van de andere houten trappen in het bouwdeel rond de Oude Zaal. Wij vinden het belangrijk dat die trappen eigentijds zijn, maar dat ze zich ook voegen naar wat er al is – dat is steeds de uitdaging.”

Net als vroeger kunnen delegaties en kleine groepen de Oude Zaal straks ook vanuit het Opperhof bereiken, het plein voor de Ridderzaal. Vanuit daar leidt de zogeheten ‘Napoleontrap’ naar de Oude Zaal. Het is een trap die stamt uit de tijd dat Napoleon Nederland korte tijd bezette. In de jaren ‘90 is deze trap bovenin versmald om ruimte te maken voor een lift. Door de lift een andere plek te geven, kan de trap nu weer zijn oude breedte terugkrijgen.


Een stuk stad
De Oude Zaal ligt centraal in gebouw A, een bouwdeel van de Tweede Kamer dat uit maar liefst elf verschillende gebouwen bestaat. De oudste gebouwen stammen uit de 18e eeuw en de nieuwste uit de 20e eeuw. In de loop van de tijd zijn die gebouwen zodanig “aan elkaar gekoekt” dat je de verschillende gebouwen bijna niet meer kon ervaren. “Doordat binnen veel wit en grijs was geschilderd en er weinig doorzichten naar buiten waren, was het een bouwdeel waarin je eenvoudig kon verdwalen”, vertelt Janneke. “Dat wilden we veranderen.”

“Het is onze ambitie om al die verschillende gebouwen binnen weer afleesbaar en beleefbaar te maken”, gaat ze verder. “Dat doen we door in het interieur kleur toe te voegen. Maar dat doen we ook door nieuwe trappen en liften toe te voegen, door de overgangen van het ene gebouw naar het andere beter te markeren, en door richting de groene patio’s of het Opperhof doorzichten toe te voegen.” De Hofpoort wordt op de verdieping weer beleefbaar, zodat je even zicht hebt op de Schepelhal en het Opperhof, zodat de poort ook van binnenuit een oriëntatiepunt is in het gebouwencomplex.
“Wist je dat enkele woonhuizen op de Hofplaats op een gegeven moment ook onderdeel zijn geworden van het Binnenhof?”, vraagt Janneke. “Zowel buiten als binnen zag je dat eigenlijk niet meer, maar in de renovatie kunnen we de gevels buiten meer van elkaar laten verschillen; binnen kunnen we het een huiselijker karakter geven, waarbij we ook een kleine trap kunnen toevoegen.”
Aan het Opperhof ligt in dit bouwdeel het ‘appartement’ van de laatste stadhouder, Willem V. De verschillende stijlkamers hier – Stadhouderskamer, Rooksalon, Koffiekamer, Schrijfkamer, en dergelijke – worden naar ontwerp van BiermanHenket gerenoveerd. “Mede vanwege het uitzicht op het Opperhof zijn dit bij uitstek ook de ruimtes waar de Tweede Kamer belangrijke gasten kan ontvangen”, sluit Janneke af.


Tekst: Michiel van Raaij / Architectenweb
Publicatiedatum op binnenhofrenovatie.nl: 27 augustus 2025