Speuren naar historische verfkleuren

'De rode bies loopt als een rode draad door het interieur van dit gebouw', stelt restaurator en kunsthistoricus Judith Bohan. Ze doet kleurhistorisch onderzoek in het voormalig ministerie van Justitie, onderdeel van het Tweede Kamercomplex. Om een goed ontwerpplan te kunnen maken voor de Binnenhofrenovatie wil Van Hoogevest Architecten – verantwoordelijk voor dit gebouwdeel - weten wat de historische verflagen van het interieur zijn. Zijn die nog oorspronkelijk?

Judith Bohan doet kleurhistorisch onderzoek in het ronde trappenhuis
Beeld: Tweede Kamer
Judith Bohan doet kleurhistorisch onderzoek in het ronde trappenhuis

Eigenaardigheden

Met het kleurhistorisch onderzoek zijn de historische en architectonische kwaliteiten, maar ook de technische staat en eigenaardigheden van de verflagen te achterhalen. Het voormalig ministerie van Justitie is gebouwd in neorenaissancestijl naar ontwerp (1876-1883) van architect Cornelis Hendrik Peters. Het bestaat uit vier vleugels om twee binnenplaatsen. Het heeft een kelder, een parterre en drie verdiepingen. In 13 werkdagen legt Bohan in de gangen en 3 trappenhuizen de verflagen bloot en speurt ze naar de geschilderde kleurgeschiedenis.

Judith Bohan legt met een scalpel laagje voor laagje de verf bloot
Met een scalpel legt Judith Bohan laagje voor laagje de verf bloot

Hoe gaat ze te werk? Om de gelaagdheid van de verflagen te achterhalen, maakt Bohan een ‘kleurtrapje’ van 6 verflagen. Met een scalpel legt ze de verf voorzichtig laag voor laag in vlakjes naast elkaar vrij. Zo laat ze zien hoe de verf chronologisch is opgebouwd. ‘De eerste verflaag is een okergele afwerking op een lichte grondlaag (bouwtijd 1876-1883, fase I) met een rode omkadering en een roodbruin biesje. Dit zie je op randen van muren bij ramen.

Kijkvenster op het basement van groene zuil in het bibliotheektrappenhuis
Beeld: Tweede Kamer
Kijkvenster op basement van zuil in het bibliotheektrappenhuis

Kijkvensters

Daarnaast is een grijsgroene verflaag met een sjablonering aangetroffen. Rond 1935 (fase II) herhaalt zich dit in een bronsgroene kleurstelling. Je ziet dit kleurenpalet ook in het glas in lood van de ramen in het trappenhuis terug’, constateert Bohan. Op sommige interieuronderdelen maakt ze zogenoemde ‘kijkvensters’ van decoratieve afwerkingen die aan het licht komen, zoals geschilderde blokken met voegen en sjabloonschilderingen. Bijzonder in de groene afwerking op een muur is een damast sjabloon. ‘Dat moet een rijke textielimitatie voorstellen’, aldus Bohan.

Oorspronkelijk

Hoe weet ze zeker dat er 6 verflagen zijn? Dit gebouw is ruim 100 jaar oud. Misschien zitten er wel 15 of 20 verflagen over elkaar heen? Bohan: ‘Ja dat kan. Het is echter aannemelijk dat deze verflagen uit 1876-1883 dateren. Het lichte verflagenpakket dat erop ligt betreft een moderne verf die tijdens een latere schilderbeurt is aangebracht. En omdat de ramen origineel zijn, weet je dat de verflagen ook oorspronkelijk zijn.’

Kijkvenster op groene zuil met daarachter een smeedijzeren balustrade in het trappenhuis
Beeld: Tweede Kamer
Verbanden leggen met andere materialen, zoals sierlijke smeedijzeren balustraden

Bouwhistorisch onderzoek

Bij haar speurtocht maakt ze ook gebruik van eerder bouwhistorisch onderzoek, waarbij in de archieven het oorspronkelijke bestek, bouwtekeningen en plattegronden van het gebouw zijn gevonden. Ook is er een reeks van zwart-wit foto’s uit 1883 bewaard gebleven. Alle onderdelen van het trappenhuis en de gangen worden onderzocht, om een en ander met elkaar te vergelijken. Bohan: ‘Voor meer zekerheid zou men nog een laboratoriumonderzoek naar de verflagen kunnen laten uitvoeren. Maar de wachttijd is 4 á 5 maanden, omdat er slechts 1 man in Nederland is die dat onderzoek doet.’

Architectonische verbanden

Halverwege de derde verdieping is in het trappenhuis goed zichtbaar dat de rode bies in allerlei naden van het interieur terugkomt. Bohan: Architect Peters ontwierp ook de kleuren van interieuronderdelen, zoals zuilen en plafonds.’ Al observerend zie je Bohan architectonische verbanden leggen tussen de vrij gelegde verflagen en materiaalgebruik van andere interieuronderdelen, zoals wandtegels, marmeren lambriseringen, terrazzovloeren, koperen deurkrukken en sierlijke smeedijzeren balustraden van de trappen uit dezelfde bouwperiode. De conclusies die hieruit voortkomen vormen uiteindelijk een voedingsbodem voor de architecten van de Binnenhofrenovatie.

Detail van een  kijkvenster met verschillende verflagen op natuurstenen basement van een zuil
Beeld: Tweede Kamer

Verfsoort

Om tijdens de renovatie het interieur van het gebouw te kunnen schilderen, is het nodig te weten in welke kleur en met welke verfsoort. Het kleurhistorisch onderzoek helpt dit makkelijker te bepalen. ‘In mijn onderzoeksrapport geef ik per bouwperiode de bijbehorende verfkleurcodes aan volgens het Zweedse systeem Natural Color System (NCS). Dit is een internationaal erkend kleursysteem dat 1950 verschillende kleuren bevat. Daarnaast gebruik ik tijdens het fotograferen een daglichtlamp en een Kodak kleurenkaart om van elk interieuronderdeel de juiste kleur weer te geven. Verder geef ik met een plattegrond van het gebouw weer wat ik waar heb onderzocht’.

De gewelven en hoger gelegen delen van onderaf gezien
Beeld: Tweede Kamer
De gewelven en hoger gelegen delen

Goedkeuring

Het kleurhistorisch onderzoek staat in relatie met het architectonische beeld van exterieur en interieur en de bouwgeschiedenis. De architect gebruikt het onderzoek om zijn kleurkeuze te onderbouwen. De kleurkeuze moet eerst worden goedgekeurd door de gemeente Den Haag en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het is dus nog te bepalen of de oorspronkelijke kleuren van dit gebouw uiteindelijk ook worden gebruikt bij de Binnenhofrenovatie.

Publicatie 21 september 2020